Nieuws

De verwachte hervormingen van de vennootschapsbelasting

De hervormingsoperatie vennootschapsbelasting verloopt in twee fasen: inkomstenjaar 2018 en inkomstenjaar 2020.

Eerste fase: 2018

Vanaf 2018 wordt er naar twee nominale belastingtarieven toegwerkt: een basistarief van 29% en een verlaagd tarief van 20% op de eerste schijf belastbare grondslag tot 100 000 euro van zgn. KMO-vennootschappen. Tegelijkertijd daalt de aanvullende crisisbijdrage van 3% naar 2%

Het basistarief van 33,99% (33% + 3% ACB) ddaalt naar 29.58% (29% + 2% ACB).

Voor KMO-vennootschappen bedraag het verlaagd tarief 20,4% (20% + 2% ACB) op de eerste 100 000 euro aan belastbare grondslag. De definitie van kleine vennootschap wordt vanaf 2018 dus ook gebruikt als voorwaarde voor het verlaagd tarief. Ook KMO's met meer dan 100 000 euro belastbare winst zullen genieten van het verlaagd tarief op hun eerste stuk winst. Enkel het deel van hun winst boven 100 000 euro wordt belast tegen het gewoon tarief.

Voor nieuwe investeringen gedaan vanaf 1 januari 2018 wordt de eenmalige investeringsaftrek van 8% tijdelijk (voor 2 jaar) verhoogd naar 20%. Het tarief geldt zowel voor kleine vennootschappen als voor eenmanszaken en vrije beroepen in de personenbelasting.

De notionele interestaftrek blijft bestaan maar in een ingeperkte vorm.

Vanaf 2018 komt er een zgn. minimumwinstbelasting. Alle vennootschappen (KMO en niet-KMO) die meer dan 1 000 000 euro belastbare winst maken zullen niet langer onbeperkt al hun fiscale aftrekken kunnen gebruiken om daarmee hun belastbare basis weg te werken.

Tweede fase: 2020

Vanaf 2020 daalt het basistarief van 29% naar 25%. Het KMO-tarief van 20% blijft behouden voor de eerste schijf belastbare grondslag tot 100 000 euro. Vanaf 2020 wordt voor alle vennootschappen de 2% crisisbijdrage volledig afgeschaft.

Wilt u meer weten over de hervorming, neem dan contact op met Stokbroekx & Stokbroekx.